SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 202100163
202100163
Injections, Punctures and Catheterize
Cursus informatieRooster
Cursus202100163
Studiepunten (ECTS)5
CursustypeCursus
VoertaalNederlands
ContactpersoonM.P. Mulder
E-mailm.p.mulder-1@utwente.nl
Docenten
Examinator
drs. R.J. Lionarons
Contactpersoon van de cursus
M.P. Mulder
Examinator
M.P. Mulder
Collegejaar2022
Aanvangsblok
1A
AanmeldingsprocedureZelf aanmelden via OSIRIS Student
Inschrijven via OSIRISJa
Cursusdoelen
Algemeen: 
In dit vak leer je medisch technisch handelen, professioneel handelen en klinische redeneren op het gebied van injecties, puncties en katheterisaties. Het hoofddoel is dat de student een medische casus - met de daarbij behorende handeling(en) injectie, punctie, en/of katheterisatie -  kan voorbereiden, beredeneren en uitvoeren op eindniveau 3 (in een gesimuleerde omgeving). Klinisch redeneren kan hierin gezien worden als het vertalen van de behoefte van de individuele patiënt naar een (technisch) medische handeling. De student toont hiermee zijn adaptief vermogen in de oneindig complexe werkelijkheid van de individuele patiëntenzorg. De specifieke leerdoelen worden weergegeven in het toetsplan, corresponderend met een OSATS (objective structured assessment of technical skills) en zijn gebaseerd op medische casussen en technisch-medisch handelen.

Leerdoelen:
De leerdoelen hebben betrekking op eindniveau 3: in een gesimuleerde omgeving. De beschreven medisch technische handeling is een van de volgende: intradermaal injecteren, intramusculair injecteren, subcutaan injecteren, een perifeer infuus aanleggen, arteriepunctie of venapunctie uitvoeren. De beschreven casus is een medische omschrijving van een individuele patiënt met betrekking op de bovenstaande handelingen of een van de volgende onderwerpen: blaaskatheter, centraal veneuze katheter, beeldgeleide puncties of nucleaire toedieningen. Het cognitieniveau is bij elk leerdoel aangegeven (K=kennis, B=begrip, T=toepassing, A=analyseren, S=synthese, E=evalueren).

Na afronding van het vak ‘Injections, Punctures and Catherizations’ kan de masterstudent Technical Medicine:
Klinisch redeneren
  1. een patiëntcasus structureel benaderen (A)
  2. de relevante anatomie, fysiologie en pathologie beschrijven (B)
  3. adequate anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek inzetten (T)
  4. resultaten van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek interpreteren (A)
  5. een adequate (differentiaal) diagnose concluderen (S)
  6. een adequaat beleid voorstellen (S)
  7. een adequate indicatie voor de handeling stellen (T)
Handeling uitvoeren
  1. adequate materialen/instrumenten selecteren (T)
  2. de handeling veilig uitvoeren (T)
  3. de patiënt informeren en adequaat reageren op diens reacties (T)
  4. de procedure beschrijven (B)
  5. casus-specifieke informatie implementeren (S)
  6. demonsteren dat hij/zij de handeling technisch beheerst (T)
  7. de handling effectief en efficiënt uitvoeren (T)
  8. technologie ter optimalisatie van de procedure gebruiken (A)
Reflecteren
  1. reflecteren op zijn/haar eigen bekwaamheid en deskundigheid, deze beoordelen en bekritiseren (E)
Onderwijsvormen:
In dit vak worden verschillende technische medische handelingen volgens een vast stramien aangeboden
  • Zelfstudie: zelfstandig aan de slag met de online aangeboden theorie, achtergrondinformatie en opdrachten
  • Werkgroep: onder begeleiding van een docent oefenen met klinisch redeneren, aan de hand van een voor te bereiden casus
  • Practicum: onder begeleiding van een docent/student-assistent oefenen met technisch medische handelingen
Van studenten wordt verwacht dat zij hun eigen bekwaamheid in het kader van de wet BIG monitoren en tijdens dit vak actief zelfstandig bevorderen. Hiervoor zijn ook een aantal momenten ingepland
  • Reflectie: op eigen kennis en kunde, na elk oefenmoment
  • Tussentijds zelfassessment: peer-feedback op kennis en kunde, halverwege het vak
  • Zelfassessment: peer-feedback op kennis en kunde, aan het einde het vak
  • Assessment: toetsing van de leerdoelen en afsluiting van het vak door examinator
Inhoud
Voorkennis: 
Met name kennis op gebied van de anatomie, fysiologie en pathofysiologie van de huidlagen, spieren en vaten wordt noodzakelijk geacht voor het behalen van dit vak. Vanuit de bachelor wordt basiskennis en begrip van veel voorkomende ziektebeelden in oa het cardiologische, pulmonale, abdominale en urogenitale orgaansysteem verwacht. Daarnaast moeten studenten vaardig zijn in afnemen van anamnese en lichamelijk onderzoek.   

Vak inhoud:
De volgende onderwerpen komen aan bod binnen het vak
Basis interventies:
  • Injecties in weefsels: intradermaal, subcutaan, intramusculair
  • Puncties in vaten: venapunctie, arteriepunctie, perifeer infuus
  • Eenvoudige katherisaties: blaaskatheter man/vrouw, eenmalig/verblijf
  • Geavanceerde interventies:
  • Beeldgeleide puncties in weefsels: biopsie, drainage, US/CT/MRI geleid
  • Beeldgeleide puncties in vaten: centraal veneuze catheter, vasculaire toegang, US geleid
  • Nucleaire toedieningen

Binnen deze onderwerpen wordt kennis vergaard op het gebied van anatomie, fysiologie en pathologie van de betrokken weefsels en organen. De indicaties, risico’s en keuze voor locatie van de verschillende interventies worden besproken. Verder is er aandacht voor de te gebruiken materialen en het instrumentarium. Belangrijk is het voorbereiden en veilig uitvoeren van de handeling en het voorkomen of verhelpen van complicaties. Als laatste wordt er ingegaan op technologische innovaties om de interventies te verbeteren.

De klinische casuïstiek binnen dit vak zal ook toegespitst zijn op de bovenstaande onderwerpen en interventies. Bij het klinisch redeneren zal als eerste via de algemene, speciële en tractus anamnese en het lichamelijk onderzoek meer informatie worden vergaard. Dit kan worden uitgebreid met het aanvullende onderzoek, zoals laboratoriumonderzoek en beeldvorming. Aan de hand hier van wordt een conclusie en (differentiaal) diagnose vastgesteld, waaruit een beleid voortkomt.   
Assessment
Het eindcijfer van het vak wordt geheel gebaseerd op het assessment, een individuele mondelinge en praktische toets van ca. 20 min. Tijdens het assessment worden de studenten op basis van het hoofddoel beoordeeld op de voorbereiding, klinische redenatie, en uitvoering van de casus met medische handeling. Het cijfer wordt gebaseerd op de punten uit de OSATS waarbij deze zijn gecategoriseerd als ‘Klinisch redeneren & reflectie’ (=60%) en ‘Uitvoering handeling’ (=40%). Beide onderdelen moeten minimaal met een voldoende (5,5) worden afgerond, bij de herkansing is voor beide onderdelen maximaal een 6 te halen
Participating study
Master Technical Medicine
Verplicht materiaal
-
Aanbevolen materiaal
Literatuur
Aanwezig in het TMSC, op Canvas en in het bezit van de student
Studiemateriaal
Prikmateriaal en fantomen: Aanwezig in het TMSC
Werkvormen
Hoorcollege

Overig onderwijs

Practicum
AanwezigheidsplichtJa

Werkcollege
AanwezigheidsplichtJa

Toetsen
Assessment

SluitenHelpPrint
Switch to English