To obtain technical medical, professional and clinical competences on the interventions by means of injections, punctures and catherizations.
|
|
Voorkennis:
Met name kennis op gebied van de anatomie, fysiologie en pathofysiologie van de huidlagen, spieren en vaten wordt noodzakelijk geacht voor het behalen van dit vak. Vanuit de bachelor wordt basiskennis en begrip van veel voorkomende ziektebeelden in oa het cardiologische, pulmonale, abdominale en urogenitale orgaansysteem verwacht. Daarnaast moeten studenten vaardig zijn in afnemen van anamnese en lichamelijk onderzoek.
Vak inhoud:
De volgende onderwerpen komen aan bod binnen het vak
Basis interventies:
• Injecties in weefsels: intradermaal, subcutaan, intramusculair
• Puncties in vaten: venapunctie, arteriepunctie, perifeer infuus
• Eenvoudige katherisaties: blaaskatheter man/vrouw, eenmalig/verblijf
Geavanceerde interventies:
• Beeldgeleide puncties in weefsels: biopsie, drainage, US/CT/MRI geleid
• Beeldgeleide puncties in vaten: centraal veneuze catheter, US geleid
• Nucleaire toedieningen
Binnen deze onderwerpen wordt kennis vergaard op het gebied van anatomie, fysiologie en pathologie van de betrokken weefsels en organen. De indicaties, risico’s en keuze voor locatie van de verschillende interventies worden besproken. Verder is er aandacht voor de te gebruiken materialen en het instrumentarium. Belangrijk is het voorbereiden en veilig uitvoeren van de handeling en het voorkomen of verhelpen van complicaties. Als laatste wordt er ingegaan op technologische innovaties om de interventies te verbeteren.
De klinische casuïstiek binnen dit vak zal ook toegespitst zijn op de bovenstaande onderwerpen en interventies. Bij het klinisch redeneren zal als eerste via de algemene, speciële en tractus anamnese en het lichamelijk onderzoek meer informatie worden vergaard. Dit kan worden uitgebreid met het aanvullende onderzoek, zoals laboratoriumonderzoek en beeldvorming. Aan de hand hier van wordt een conclusie en (differentiaal) diagnose vastgesteld, waaruit een beleid voortkomt.
|
 |
|