Leerdoelen: Aan het eind van de module kan de student:
1. … de verschillende (disciplinaire) perspectieven identificeren en voorts verschillen, overlap en
overeenkomsten benoemen
2. … actoren en elementen van het zorgsysteem benoemen en deze onderbrengen in betekenisvolle
categorieën (bijv. micro/meso/macro – preventie/cure/care/palliatie)
3. … het zorgproces van een gegeven chronische aandoening beschrijven en op basaal niveau analyseren
4. … op basaal niveau, een gegeven situatie analyseren met gebruikmaking van de kerncomponenten van
theorie en wetenschappelijke methoden
5. … deze inzichten toepassen in het ontwerp van betekenisvolle alternatieven
6. … samenwerken met groepsleden in leerprocessen
7. … eenvoudige interviews voorbereiden, afnemen en analyseren
|
|
In deze module leren studenten de concepten gezondheid en (chronische) ziekte in relatie tot zorgsystemen en organisatie van zorg ontdekken. De studenten zullen een chronische aandoening moeten ontrafelen om inzicht te krijgen in de gelaagdheid van het vraagstuk en de multidisciplinariteit daarvan: wat ís de aandoening, wat ligt eraan ten grondslag, wat is de ziektelast, wat is het klassieke zorgarrangement, wat is de rol van de patiënt (ziekterol/zelfmanagement)? Wie zijn de betrokken stakeholders, wat is de context? Wat zijn de mogelijkheden patiënt (fysiek/sociaal), wat is wenselijk en mogelijk vanuit zorgsysteem en organisatie?
Hiervoor wordt kennis aangereikt over de achtergrond en oorzaken van chronische aandoeningen van patiënten, de verschillende zorgprocessen, gezondheidszorgsystemen en organisatie van zorg. De student wordt geleerd een systematische beschrijving te maken van huidige zorgsystemen en de organisatie van zorg (primaire processen) voor mensen met een chronische aandoening. Ze hebben daarvoor kennis nodig over zorgsystemen als geheel in nationale context, organisatie van primaire processen als onderdeel van een systeem, stakeholders en incentives in deze processen, de (toenemende) rol van technologie. Studenten wordt vervolgens geleerd zo precies mogelijk te duiden wat de beperkingen zijn van de huidige zorgsystemen en zorgorganisatie voor mensen met een chronische aandoening (o.a. op aspecten als patiëntgerichtheid, effecten en kosten van zorg). Alternatieve systemen en organisatiemodellen voor chronische zorg (o.a. case management, ketenzorg, chronic care model) worden geïdentificeerd, beschreven en systematisch vergeleken op basis van theorie en voorbeelden uit de praktijk . Studenten wordt geleerd om kritisch te analyseren in welke situatie een chronisch zieke patiënt zich bevindt, vandaaruit de knelpunten in de huidige organisatie van zorg aan te geven en te beargumenteren welke van deze knelpunten door alternatieve modellen mogelijk worden opgelost, welke niet, en waarom. Op basis van de aangeleerde kennis en vaardigheden (beschrijven, problemen identificeren en duiden, analyseren van zorgmodellen) worden de studenten tenslotte uitgedaagd een zorgmodel te beschrijven waarmee huidige knelpunten in de chronische zorg worden “opgelost”. De nadruk ligt op het precies duiden van specifieke problemen in de multidisciplinaire aard en organisatie van chronische zorg en hoe het alternatieve zorgmodel deze (mogelijk) verminderd. Belangrijk hierbij is dat studenten vanaf het begin van de opleiding leren niet naar (bestaande) “oplossingen” te grijpen zonder de problemen en hun oorzaken/achtergrond goed te doorgronden.
|
 |
|