Vakdidactiek Scheikunde 1 bouwt voort op Inleiding Vakdidactiek scheikunde. Waarbij er nog meer aandacht is voor het voorbereiden op specifieke taken ten behoeve van het scheikundeonderwijs.
In de cursus worden de onderstaande doelen nagestreefd met de bijbehorende diepte van vakdidactiek 1.
Aan het eind van de cursus is de student in staat om …
- de uitvoering van zijn/haar onderwijs en de communicatie daarover af te stemmen op de eindtermen van het schoolvak.
- in zijn/haar lesontwerp bewuste keuzes te maken op basis van vakdidactische modellen
- te reflecteren op het gebruik van vakdidactische modellen (in de les)
- te reflecteren op het gebruik van verschillende vormen van formatief toetsen (in de les)
- te reflecteren op nabespreking en analyse van een eigen gemaakte summatieve toets
- te reflecteren op het activerend gebruik van ICT (in de les)
- te reflecteren op het gebruik van een activerende werkvorm (in de les)
- te reflecteren op de leerresultaten van de leerlingen van een ontworpen samenhangende les(senserie)
- rekening te houden met voorkennis en misconcepties binnen een lesontwerp
- bij de uitvoering van zijn/haar onderwijs de kernconcepten correct te hanteren, deze naar leerlingen toe op een inzichtelijke wijze te introduceren en daarbij rekening te houden met voorkennis en misconcepties en hierop te reflecteren
|
 |
|
Vakdidactiek Scheikunde 1 bouwt voort op Inleiding Vakdidactiek scheikunde. Door de colleges en opdrachten wordt een theoretisch kader ontwikkeld betreffende het scheikundeonderwijs. Mede door het uitwisselen van ervaringen en ideeën vindt verankering van de schoolpracticumervaringen plaatsvindt. De totale omvang is 5 ECTS (140 uur). Het bestaat uit de volgende onderdelen in opdrachten die moeten worden afgerond.
- Praktisch werk (verwondering & kracht van een practicum)
- Aandachtstrekkers/ lesstarters
- Probleemoplossen (heuristiek/algoritme, theorievorming)
- NaSk (conceptcartoon/ applets)
- Deeltjesmodellen & theorievorming (concepten II)
- Visie
- Curriculum/ Examenprogramma en onderbouwprogramma
- Natuurwetenschappen & Taal
- Toetsen bij scheikunde
Alle opdrachten moeten voldoende zijn. Enkele opdrachten worden aan de hand van een rubric met een cijfer beoordeeld. Het eindcijfer is een gemiddelde van de met een cijfer beoordeelde opdrachten.
|
|