De doelstelling van de TG-schappen in het tweede jaar van de masteropleiding is gelegen in de analyse en het zoeken naar mogelijke oplossingen van een technisch geneeskundige vraagstelling. Daartoe dient de student zich vertrouwd te maken met de aard, de specifieke kenmerken en het functioneren van de patiëntenzorg van de bezochte discipline, in het bijzonder waar het betreft technisch medische interventies. Naast een algemene oriëntatie in de specialistische patiëntenzorg van de discipline identificeert en analyseert de student een groep patiënten met een specifiek technisch en medisch probleem. De student dient zich te verdiepen in de specifieke diagnostische en therapeutische handelingen bij deze groep patiënten en deze waar mogelijk bij te wonen en zelf uit te voeren.
|
|
De technisch geneeskundige zal binnen specifieke patiëntenpopulaties op verzoek van een primaire behandelaar technische geneeskundige vraagstellingen met behulp van zijn competenties d.w.z. zijn eigen verzameling kennis, vaardigheden en attitudes oplossen. De technisch geneeskundige ontwikkelt een arsenaal aan oplossingen voor specifieke patiënt problemen, die innovaties en verbeteringen in zowel het diagnostisch als het therapeutische traject van de patiënt kunnen betreffen. Ter voorbereiding op de actieve klinische werkzaamheden van de technisch geneeskundige doorloopt de TG student TG-schappen op klinische afdelingen. Naast directe contacten met patiënten en een oriëntatie op de patiënt gerelateerde activiteiten van de ontvangende afdeling zal de student een technisch geneeskundig probleem bij een specifieke groep patiënten bestuderen.
Ingangseisen
Een student kan beginnen met het vierde TG-schap van het tweede masterjaar van de opleiding wanneer hij in het bezit is van het bachelordiploma Technische Geneeskunde alsmede 60 EC uit het eerste masterjaar. Tevens dient de student de eerste drie TG-schappen te hebben afgerond (45 EC)
|
 |
|